Fassaden
Bij toeval stuitte Bart Domburg in een lieflijk dorpje, Furstenberg an der Oder, op het onderwerp van de fassaden. Dit resulteerde in een lange serie schilderijen over de ontoegankelijkheid van de gevels uit de DDR tot de ondoorgrondelijkheid van de kolossen van het kapitaal.
De eerste Fassade
“Dat was een schilderij van twee vensters van een huis in dat kleine dorpje aan de poolse grens. Het was zo’n vriendelijk dorpje met een kerkje, prachtig gelegen aan de Oder. Tussen de vensters van een oud huis op het kerkpleintje was op de muur de naam Hitler gekrast. In zo’n idyllische omgeving die beladen naam, dat vond ik opmerkelijk. Daar heb ik toen een foto van genomen en thuis in mijn atelier opgehangen.“
“Dat was begin 2004. Ik woonde in Berlin, in het voormalige Ost-Berlin. Ik trok er veel op uit om ook de omgeving te ontdekken. Zo raakte ik verzeild in dat dorpje, omdat ik Eisenhuttenstadt had bezocht, wat letterlijk ijzergieterrijstad betekent. De ijzer- en staalproductie van van de voormalige DDR was er geconcentreerd. Stalinstadt heette de stad tot 1961, die in de jaren vijftig op de tekentafel ontworpen werd als de ideale socialistische stad, een beetje in de stijl van de Karl-Marx-Allee in Berlijn, maar dan op bescheidener schaal. Erste sozialistische Stadt Deutschlands luidde de propaganda. De artbeiders, op het hoogtepunt zo’n veertig duizend in totaal, werden verleid met centrale verwarming en douches in alle woningen. Toen ik er was, was de stad verlaten en vele huizen dichtgetimmerd. Een treurig gezicht. De staalproductie was na de Wende gesaneerd. Eisenhuttenstadt was van de ideale stad afgegleden naar een spookstad. Voor de mensen die er nog woonden bestond geen enkel perspectief meer.“
“Die foto van die twee vensters met Hitler daartussen gekalkt bleef me intrigeren. Ik keek er vaak naar. Opeens zag ik die vensters, bij het ene kan je een beetje naar binnen kijken en bij het andere wordt je blik geblokkeerd door de spiegeling van de ruimte, die zich feitelijk achter jou bevindt. Onwillekeurig moest ik denken aan het schilderij Las Meninas van Velasquez, waarin een spiegel aan de muur hangt. In de spiegel zie je het koningsechtpaar. De koning en koningin staan als het ware op dezelfde plek als jij en ik te kijken naar het tafereel dat Velaquez bezig ist e schilderen. Een fascinerend gegeven. Een extra ruimte treedt het schilderij binnen, je kijkt naar iets wat zich achter je rug afspeelt. Die twee vensters in die gevel van dat oude huisje in dat vriendelijke dorpje aan de Oder heb ik toen geschilderd. Het begin van een lange reeks.
“Een fassade markeert de grens tussen binnen en buiten, tussen het private en het publieke, tussen wat van jezelf is en wat je met anderen moet delen. De vensters in de fassaden laten je naar binnen kijken, naar het private, terwijl ook het publieke zich opdringt in de weerspiegeling. De fassade confronteert je als het ware met jezelf, met wie je bent of zou willen zijn, en ze wijst je op je verhouding met de ander en de samenleving.. De vorm en de staat waarin de fassade verkeert, zegt overdrachtelijk iets over de maatschappelijke verhoudingen, van toen en nu. Zonder al die aspecten nou heel specifiek in te vullen. Dat laat ik graag aan de verbeelding van de kijker over, net als bij mijn landschappen.“
“Door landschappen en gevels neutraal en sober te schilderen, door de nadruk te leggen op hun feitelijkheid stemmen ze tot nadenken. Fact becomes meaning, zoals Robert Rosenblum het uitdrukte in zijn boek Modern Painting and the Northen Romantic Tradition.”
Landschappen
”Voorafgaande aan de fassaden heb ik veel landschappen geschilderd. Ik schilderde veel plekken waar een verhaal aan kleeft, zonder daarover een moreel oordeel te vellen, door de neutrale manier van schilderen leg ik niet de nadruk op het verhaal. Het heeft er ook mee te maken dat ik niet graag het handschrift van de schilder laat zien. Vlot of los geschilderde taferelen roepen bij mij valse en overbodige sentimenten op, het leidt maar af, waarmee de neutraliteit verdwijnt“.
“De tuin van Gethsemane in Jeruzalem bijvoorbeeld of de tuin van het Haus der Wahnseekonferenz in Berlin zijn veelbetekende plekken, maar ik schilder ze zo feitelijk mogelijk. In de tuin van Gethsemane staan acht knotsen van olijfbomen, waarvan wordt beweerd dat ze meer dan tweeduizend jaar oud zijn. De stille getuigen van het lijden van Christus. Of dat nou zo is of niet, is niet van belang, je kunt je hoe dan ook voorstellen dat Jezus die olijfbomen zou hebben kunnen zien“.
“Bij het huis aan de Wahnsee staat midden op het nabij gelegen pad een boom die de doorgang in feite blokkeert. Op de plek waar de nazi’s de logistiek van de Entlosung bespraken! Dat verzin je niet. De titel van dat schilderij is: Berlin, Garten Haus der Wahnseekonferenz. Omdat ik er verder geen morele uitspraak over wil doen. Dat is al voldoende gedaan en ik wil de toeschouwer niet in een bepaalde richting duwen, dat is aan hem of haar zelf“
Das grosse Fenster
“ Het schilderij dat ik heb gemaakt van het interieur van de grote hal in de Berghof, Hitler’s verblijf in de alpen. Het grote venster was gesitueerd in deze ontvangsthal en gaf een adembenemend uitzicht op de bergen. Dat venster was duidelijk bedoeld om te intimideren, door Hitler zelf ontworpen en het kon helemaal naar beneden zakken.“
“In retrospectief is Das grosse Fenster een sleutelstuk in mijn oeuvre. Een fassade avant la lettre. Het venster geeft net als de gevelschilderijen een grens aan. Het venster doet mij aan een bioscoopscherm denken met daarop het uitzicht op de bergen geprojecteerd als een decor, maar tegelijkertijd straalt het licht naar binnen en blokkeert als het ware de blik om door het decor heen te kijken. Dit gegeven was voor mij ook een toepasselijke metafoor voor elke dictatuur; immers altijd naar binnen gericht“.
De gevel als drager van de geschiedenis.
“Op de fiets reed ik door mijn buurt en fotografeerde de karakteristieke gebouwen uit de DDR-tijd. Die ben ik gaan schilderen. Ook om vast te leggen hoe het was. Na de Wende zie je namelijk dat de geschiedenis van de DDR wordt genegeerd, alsof die niet heeft bestaan. Met een triomfantelijk gevoel van het zaligmakende vrije markt liberalisme, maar ook uit schaamte over het verleden wordt alles weggegumd, wat niet meer in dat beeld past. Vaak letterlijk. Het Volkspalast wordt afgebroken, straatnamen veranderen, gedeeltes van wijken worden platgegooid. De geschiedenis wordt ontkend of weggemoffeld. Maar of je het nou goed of slecht, mooi of lelijk vindt, het was wel de geschiedenis van de voormalige DDR-bevolking. Het mechanisme is te vergelijken met het collectief verdringen van de geschiedenis van het Derde Rijk na de Tweede Wereldoorlog. Die Verschworung des Schweigens, zoals het heette.“
“Die massive, ontoegankelijke, onpersoonlijke gebouwen en gevels van de DDR heb ik veel geschilderd. Ze houden als het ware geen rekening met het individu, ze missen de menselijke maat. Ze representeren een bepaald systeem, ze zijn niet voor niets zo gebouwd, ze horen bij een repressieve samenleving en stralen een mengeling van ontzag en huiver uit die ik zo realistisch en neutraal mogelijk schilderde. Tegelijk geven het ritme, de regelmaat en ordening van de vensters de fassade een abstracte laag waardoor de fassade op verschillende niveau’s ervaren kann worden. De vensters nodigen bovendien uit naar binnen te gluren, maar de meeste reflecteren alleen de omgeving. De gevels zijn grenzen, je komt er niet in en je kan ze niet bevatten.“
“Zoals je de gebouwen en fassaden van de DDR als symbool van dat systeem kan zien, zijn de kolossen van het bedrijfsleven en banken symbolen van het kapitalistische vrije markt systeem. Kijk naar New York, London of de Zuidas in Amsterdam. De fassaden bestaan vaak uit niet meer dan glas, even ontoegankelijk en ondoorgrondelijk als de gebouwen van de DDR. In al die gebouwen werden en worden besluiten genomen die grote gevolgen hebben voor elk individu. Beslissingen , zoals de financiele crisis duidelijk heeft gemaakt, die de beslissers zelf ook niet meer doorgronden! Nu blijkt dat de archiktektuur van dit schitterende systeem, dat na de val van de muur in Berlijn als onoverwinnelijk werd beschouwd en dat heel de wereld zou veroveren, letterlijk een fassade te zijn.“
Tekst Jhim Lamoree
Comments are closed.